Nog een klein sprongetje en dan vliegt de prachtige Slangenarend die de afgelopen maand bij de Fûgelhelling verbleef, zijn vrijheid tegemoet. Mét een primeur. Op zijn rug draagt hij een zender op zonne-energie. Daarmee is hij de eerste Slangenarend die in Nederland is gezenderd. Nu is het wachten op bericht over waar de jonge roofvogel verblijft.
Erg onder de indruk van het nieuwe ding op zijn rug, lijkt de zomergast niet. Hij moet wel eventjes bijkomen van de mensen die net nog in de Humaldakooi waren. En dat is niet zo gek, want een wild dier blijft een wild dier. Hij heeft even ervoor met veel geduld, kunde, rust en stilte een kapje over zijn ogen gekregen. Want als het donker is, wordt een dier – in dit geval een Slangenarend – over het algemeen rustiger en hoe minder stress hoe beter. Vervolgens bonden de ervaren leden van Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) de zender op zijn rug, als een soort rugzakje. Het dier is vanaf afgelopen vrijdag dus eigenaar van een zender op zonne-energie. “Over het algemeen merken ze er niet veel van”, vertelt één van de mannen. “Het zendertje weegt ongeveer 3 procent van zijn gewicht. Hij zal de veren eromheen misschien wat poetsen.” Het apparaatje kan jaren blijven functioneren. De beheerders en verzorgers van de Slangenarend hopen dat er snel gegevens worden gestuurd, en de werkgroepleden beloven het meteen door te geven als ze iets af kunnen lezen. Uiteraard is de hoop gericht op een mooie tocht naar het zuiden, waar de Slangenarend zijn natuurlijke habitat heeft.
Een rondje
Dat de Slangenarend geen last ondervindt van het zendertje, blijkt op het moment dat de vogel na het zenderen, weer alleen is in de grote Vliegkooi van de Fûgelhelling Wildopvang Noord-Nederland. Hij kijkt om zich heen en als hij zeker weet dat er niemand meer is, vliegt hij een rondje. Dat de kooi waarin hij de afgelopen weken rustig weer leerde vliegen, inmiddels te klein is blijkt meteen. Zijn vleugel raakt af en toe voorzichtig de zijkant en hij landt een beetje klungelig om vervolgens op een paal te gaan zitten.

Niet op zijn poten staan
De Slangenarend is een zomergast, die normaalgesproken in gebieden rond de Middellandse Zee voorkomt. Soms raken jonge individuen bij het zoeken van een eigen territorium wat uit de richting en komen in Duitsland en dus ook Nederland terecht. Later in het jaar vliegen ze dan weer naar het zuiden. Deze onfortuinlijke jongeling, eindigde in juni op de grond van de Noord-Hollandse duinen, waar hij vermoedelijk te weinig voedsel kon vinden. Verzwakt werd hij binnengebracht bij Wildopvang Krommenie. “Hij was vreselijk mager”, vertelde beheerder Nina Schouten aan NH Nieuws*. “Niet gek, want waarschijnlijk heeft hij een hele tijd niet gegeten.” De vogel kon niet op zijn poten staan. “We hebben hem gesondeerd en de volgende ochtend stond hij gelukkig wel.” Eenmaal aangesterkt (gestabiliseerd) was het tijd om zijn vliegspieren weer te trainen. En omdat de Fûgelhelling een mooie grote vliegkooi heeft, was de samenwerking snel beklonken. Op 24 juni bracht Nina Schouten de Slangenarend naar Ureterp waar hij zijn eigen grote verblijf kreeg: de Humaldakooi.
Vliegspieren trainen
Bij de Fûgelhelling revalideerde de slangenvanger verder. Hij werkte hij aan het opbouwen van spierkracht in de vleugels. Beheerder Hetty Sinnema: “Als een vogel niet genoeg kan vliegen, nemen zijn vliegspieren in een week met 30 procent af.” In vier weken tijd bouwde de Slangenarend zijn conditie en vliegspieren weer op. Hij vloog er flink op los en was actief; de revalidatie kon worden afgerond. Het werd tijd voor een terugkeer naar de natuur.
Majestueus
En dat belangrijke moment was vandaag. Aan het eind van de ochtend werd de deur van zijn vervoerskooi opengezet in een prachtig natuurgebied met veel slangen. Er meteen uitspringen, bleek nog een beetje spannend. Maar lang duurde het aftasten en wennen van de vogel niet. Na een sprongetje uit de kooi spreidde hij zijn vleugels en steeg hij op onder toezicht van beheerders Hetty Sinnema (de Fûgelhelling) en Nina Schouten (Wildopvang Krommenie). Een prachtig gezicht; de ooit zo verzwakte Slangenarend weer sterk, majestueus en vanzelfsprekend in de lucht. Waar hij zo thuishoort.













